We zitten weer in lockdown, althans in een ‘light’ versie. Zeker is dat we nu geen aperitiefjes of koffietjes kunnen gaan drinken. Geen taartjes, burgers of wat dan ook kunnen gaan eten. Geen museum of galerij kunnen binnen springen. Niks, nada! Maar we kunnen wel gaan wandelen :-). Laten we dan maar de Antwerpse straten verkennen. Hieronder 3 graffiti’s, die over de ganse gevellengte van een appartementsblok, werden aangebracht. Ze vallen niet alleen op, maar ze hebben ook een verhaal.
De eerste is van Joachim Lambrechts in de Montensstraat. Afgebeeld is Mala Zimetbaum, een Joodse vrouw die in juli 1942 door de Duitse bezetter opgepakt werd. In september werd ze gedeporteerd naar het concentratiekamp van Auschwitz-Birkenau. Daar gedroeg ze zich bijzonder heldhaftig en redde ze vele gevangenen van de gaskamer. Zelf werd ze, na een mislukte ontsnapping, terechtgesteld in september 1944.
De tweede is van Bert Lezy op de hoek van de Balansstraat en de Broederminstraat. Hier zie je een afbeelding van J.M.H Berckmans (1953-2008), een schrijver en opvallende inwoner van de Brederodebuurt. Hij woonde in een assistentiewoning in het zorgbedrijf. Van daaruit ging hij naar de supermarkt, de kroeg, zijn ouders. Eigenlijk leefde hij op 500m2. Elf jaar na zijn dood werd op de gevel van het zorgbedrijf deze mural aangebracht om hem te gedenken. Het citaat op de muur komt uit zijn bundel ‘Tranen voor Coltrane’ uit 1977.
De derde is van Matthias Schoenaerts aka Zenith. Hij schilderde een gigantische hand op de gevel van het Provinciaal Instituut voor Hygiëne in de Kronenburgstraat. Het werk heet ‘humain’. Een woord waarbij de mens centraal staat, maar waar je ook het woord ‘main’ of ‘hand’ in hoort. Dit is wat het werk symboliseert. In deze tijden van Corona moeten we naar elkaar uitreiken. Tegelijkertijd is het moeilijk omdat we afstand moeten nemen. Komt daar nog bij dat de hand het symbool van Antwerpen is. Je weet wel … Brabo en Antigoon.